KLACHTEN


Klachten

Mijn

tips

Advies, aanbevelingen, informatie over klachten.
door Michael Tol 11 januari 2022
Een ‘frozen shoulder’ betekent letterlijk een ‘bevroren schouder’. Deze term gaat niet over de temperatuur van de schouder, maar over stijfheid van het schoudergewricht. Er is sprake van een te strak gewrichts-kapsel, waardoor de schouder niet goed genoeg bewegen. Vroeger werd dit ook “capsulitis adhesiva” genoemd. Wanneer schouders stijf worden zonder enige aanleiding spreken we van een primaire of idiopathische frozen shoulder. Er is dan sprake van een kapselontsteking waardoor het kapsel verkort raakt. Een frozen shoulder kan zich ook ontwikkelen na een langdurige bewegingsbeperking als gevolg van een ongeluk of operatie aan het gewricht, een secundaire frozen shoulder. Symptomen van een frozen shoulder De klachten bestaan uit schouderpijn die verergert bij bewegen van de arm. De nachtrust is vaak verstoord door de pijnklachten. Er kan uitstraling zijn naar de nek, de bovenarm of de hand en tintelingen in de hand. De schouder verstijft geleidelijk en de mate van stijfheid bepaalt de mate van de bewegingsbeperking. In het verloop van de aandoening worden drie stadia onderscheiden die elkaar opvolgen, en welke een variabele duur hebben: Fase 1: Dit is de 'verstijvende' fase (freezing), die zes weken tot maximaal negen maanden kan duren. De pijn neemt geleidelijk toe en tegelijkertijd neemt de beweeglijkheid af. Fase 2: Deze fase wordt de 'frozen fase' genoemd. De pijn neemt langzaam af, maar de stijfheid blijft. Deze fase kan tussen de vier en twaalf maanden duren. Fase 3: De laatste fase, de zogenaamde 'ontdooiende' fase. De pijn verdwijnt naar de achtergrond en de beweeglijkheid keert langzaam terug. Deze fase duurt zo'n twee tot twaalf maanden. Oorzaken De oorzaken van een frozen shoulder zijn niet altijd bekend, maar kunnen te maken hebben met een onderliggend ontstekingsproces. Een frozen shoulder kan ontstaan: Na een val of na ontwrichting van de schouder. Als reactie op een peesontsteking of slijmbeursontsteking aan de schouder. Na een beroerte. Na een langdurige bewegingsbeperking als gevolg van een ongeluk of operatie aan het schoudergewricht. In feite kan elke situatie die je ervan weerhoudt de schouder of arm te bewegen een risico vormen en mogelijk leiden tot een frozen shoulder. Maar niet altijd valt er een duidelijke oorzaak aan te wijzen. Risicofactoren Uit studies is gebleken dat een frozen shoulder vaker voorkomt bij mensen met: Diabetes. Hartproblemen. Schildklieraandoeningen. Een klinische depressie. De ziekte van Parkinson. Diagnose De diagnose is eenvoudig te stellen door lichamelijk onderzoek. Er een forse bewegingsbeperking van het schoudergewricht, vooral de draaibewegingen (rotaties) zijn beperkt. Volgens de criteria in de literatuur is er sprake van een "echte" frozen shoulder, indien er gedurende meer dan drie maanden schouderklachten zijn, er een draaibewegingsbeperking van meer dan 50% naar buiten is en in de andere richtingen minimaal twee bewegingen 25% of meer beperkt zijn. In de praktijk komen vaak situaties voor waarbij de beperking minder is dan 50%, maar die wel berusten op dezelfde aandoening (gedeeltelijke frozen schoulder). De behandeling is hetzelfde bij beide situaties. Behandeling In de ontstekingsfase (freezing, fase 1) werkt fysiotherapie vaak averechts, het beste kan gewacht worden tot na deze fase. In de freezing fase worden soms injecties met ontstekingremmende medicatie (corticosteroïden) in het gewricht (intra-articulair) gegeven. Hiervoor is beperkt bewijs en na 3 tot 6 maanden na start van de klachten hebben deze injecties geen voordeel meer ten opzichte van andere conservatieve behandelingen. Over fysiotherapie tijdens de daaropvolgende fases (de frozen fase en de ontdooiende fase) bestaan verschillende meningen. Er is een stroming die adviseert niets te doen omdat de schouder na lange tijd spontaan herstelt. Er zijn wetenschappelijke onderzoeken die laten zien dat de duur van het herstel niet langer is zonder therapie en fysiotherapie kan meer pijn opleveren.
Klacht-1
door Michael Tol 28 december 2021
Iedere sporter krijgt te maken met sportblessures. Dit kan heel vervelend zijn en moet goed behandeld worden. Dit betekent dat niet alleen het symptoom maar ook de oorzaak aangepakt moet worden. Zo voorkom je dat het nogmaals gebeurt. Een sportblessure kan het beste behandeld worden door een fysiotherapeut.
door Michael Tol 28 december 2021
Naar schatting 20 procent van de Nederlanders van vijftig jaar of ouder heeft last van artrose. Artrose is een reumatische aandoening aan één of meer gewrichten, die regelmatig voorkomt. Op de 2 botuiteinden van elk gewricht zit kraakbeen. Dit vangt schokken op en zorgt ervoor dat uw gewrichten soepel bewegen. Bij artrose wordt het gewrichtskraakbeen dunner, zachter en de kwaliteit ervan neemt af. Artrose kan voorkomen in alle gewrichten en kan bij lichte ontsteking ook zorgen voor zwellingen aan het gewricht. Bekende en veelvoorkomende vormen van artrose zijn heupartrose, knieartrose en artrose in de handen. Bij heupartrose zit de pijn meestal in uw lies en aan de voor- en zijkant van uw heup. De pijn kan uitstralen naar uw bovenbeen of knie. Bij knieartrose voelt u de pijn voornamelijk in en rondom uw knie. Het kan zijn dat u de pijn ook voelt in uw bovenbeen of heup. Maken uw gewrichten een krakend geluid bij het bewegen? Dit heet crepiteren en het is een verschijnsel dat veel voorkomt bij mensen met artrose. Het krakende geluid wordt veroorzaakt doordat het kraakbeen en onderliggende bot bij artrose van structuur veranderen. Het kraken is niet schadelijk of pijnlijk en kan ook voorkomen bij gezonde gewrichten. Wat doet de fysiotherapeut? Fysiotherapie kan de pijn sterk verminderen, zodat u uw dagelijkse bezigheden gewoon kunt blijven uitoefenen. De fysiotherapeut leert u een actieve leefstijl aan. Door verantwoord te bewegen voelt u zich minder stijf en krijgt u een betere conditie. De fysio helpt uw houding te verbeteren en geeft u advies en oefeningen die uw spieren versterken en uithoudingsvermogen verbeteren. Na een tijdje kunt u zelfstandig aan de slag. Het is noodzakelijk om te blijven bewegen en oefenen, ook na de fysiotherapie. 
door Michael Tol 28 december 2021
Een shin splint is een overkoepelende term voor pijn aan het scheenbeen. Het scheenbeen is één van de twee botten in het onderbeen, naast het kuitbeen. Aan het scheenbeen zitten spieren vast. Op het moment dat de spieren overmatig gebruikt worden, kan de plek waar de spier aan het bot vast zit overbelast raken. Dit zorgt voor pijn aan het scheenbeen, oftewel shin splint. Shin splint klachten worden vooral gezien bij sporters en met name hardlopers. Dat komt omdat bij het rennen de onderbenen worden belast. Maar ook als u normaal gesproken weinig beweegt en ineens fanatiek gaat sporten of hardlopen, kan shin splint ontstaan. Bij shin splints kunt u de volgende symptomen ervaren: Na het sporten voelt u een scherpe pijn in uw scheenbeen (de voorkant van het onderbeen). De pijn is vooral aanwezig in het midden of de onderkant van het scheenbeen. Soms kan de pijn -uitstralen naar de knie of de enkel. Het doet pijn om de voet neer te zetten en u met de voet af te zetten. Bij rust verdwijnt de pijn uit uw scheenbeen. Er kan een kleine zwelling ontstaan op de plek waar uw scheenbeen pijn doet. Behandeling van een shin splint Er is bij scheenbeenklachten in feite sprake van chronische (over)belasting van een aantal spieren, waardoor in de aanhechting op het onderbeen haarscheurtjes optreden. Een pijnlijke zwelling met plaatselijke ontstekingsverschijnselen zijn het gevolg, waarbij rust in de acute fase een goede remedie is. Het nadeel van (langdurige) rust is, dat de kracht van de betrokken spieren afneemt. Voordat de loopbelasting weer tot het oude niveau opgevoerd kan worden, moet de spierkracht op een alternatieve manier worden onderhouden of hersteld. Dat wordt nog wel eens vergeten, waardoor er een vergrote kans is dat de klachten weer terugkomen. Het is dan ook aanbevolen u te laten behandelen, om de belasting van u spieren te vergroten. Dit kan middels de fysiotherapie.  De oefentherapie bestaat uit de volgende onderdelen: Rekkingsoefeningen Spierversterkende oefeningen Coördinatieoefeningen Stabiliteitsoefeningen
Share by: